Historie
1948: ontstaan van de genieverzameling
In 1948 wordt, ter gelegenheid van het 200-jarig bestaan van het Regiment Genietroepen, een grote verzameling van allerlei historisch aan de genie gerelateerd materiaal en materieel opgezet. Na afloop van het jubileumjaar valt het besluit deze voor het regiment te behouden. Op 7 augustus 1959 vindt de oprichting plaats van Stichting de Historische Genieverzameling (SHGV), waardoor het beheer van de verzameling een officieel karakter krijgt. Het niveau en de kwaliteit van het beheer van de verzameling is in de jaren vijftig en zestig sterk afhankelijk van de inzet en compententies van de personen die er in een bepaalde periode mee bezig kunnen zijn.
1969: een definitieve locatie
Na diverse verhuizingen komt de verzameling in 1969 terecht op de huidige locatie, namelijk gebouw K op de Van Brederodekazerne in Vught. Gebouw K is in 1943 gebouwd als keuken van het voormalige "Konzentrationslager Herzogenbusch", beter bekend als kamp Vught. Belangrijk is het opzetten van een tentoonstelling in 1970, waarmee het ontstaan van het Geniemuseum een feit is. Nadien kunnen tientallen jaren lang (dienstplichtige) genisten kennis maken met de geschiedenis en traditie van hun regiment. Het museum is gedurende deze periode niet echt ingesteld op bezoek van buiten de kazerne en daarom alleen toegankelijk via de kazernepoort.
1997: start tot ontwikkeling van publieksmuseum
In 1997 wordt het nieuw museaal beleid door de Bevelhebber der Landstrijdkrachten (BLS) voor de Koninklijke Landmacht (KL) goedgekeurd. Het betekend, dat het Geniemuseum zich mag gaan ontwikkelen tot een publieksmuseum (net zoals de musea van de cavalerie, artillerie en infanterie; de zogenaamde “A-musea”). Er komen hiervoor meer (financiële) middelen ter beschikking en er wordt een beroepskracht aangesteld. Deze museummanager is in dienst van het Legermuseum in Delft, maar wordt permanent in Vught gedetacheerd.
Vanaf 1998 verandert er veel: een professionaliseringproces, een grootschalige verbouwing, ontwikkeling van een nieuwe presentatie, inrichting van een buitententoonstelling en een eigen ingang (niet meer via de kazernepoort), registratie en structurering van de museumcollectie en uitbreiding van de vrijwilligersgroep. Het hoogtepunt hiervan is wel de verbouwing en inrichting van de linkervleugel en de centrale hal van het museumgebouw in 2007.
2001: toevoeging collectie NBC
Medio 2000 komt de Nucleaire, Biologische en Chemische (NBC) school vanuit Breda over naar Vught. Daarmee verplaatst ook de NBC-verzameling zich van een zolder in een gebouw van de Frederik Hendrikkazerne naar het depot van het Geniemuseum. De formele overdracht vindt plaats op 11 mei 2001. Een deel van de verzameling wordt ingepast in de tentoonstelling van het Geniemuseum.
2006: nieuw beleid
In 2006 verandert echter het museale beleid: er wordt gekozen voor een Nationaal Militair Museum (NMM) in Soesterberg, waarbij de visie van vier kleinere musea van de Landmacht wordt los gelaten.
2007: introductie "Huis van het Regiment"
De Regimentscommandant verplaatst in 2007 het vaandel en zijn bureau naar de regimentskamer in het Geniemuseum. Hiermee wordt het Geniemuseum “Huis van het Regiment”. Hier wordt vergaderd, gasten ontvangen, presentaties gehouden en bij al deze activiteiten speelt het museum met zijn vrijwilligers, qua ondersteuning, een grote rol.
2014: terug naar een vrijwilligersorganisatie
In juni 2014 vertrekt de museummanager als enige beroepskracht en wordt het Geniemuseum weer een volledige vrijwilligersorganisatie.
2021: bijzondere waardering
Op 1 oktober 2021 wordt regimentslegpenning 2021-2 van het Regiment Genietroepen door de regimentscommandant uitgereikt aan de vrijwilligers van Stichting de Historische Genieverzameling (SHGV) oftewel het Geniemuseum. Dit is de hoogste waardering vanuit het regiment en de eerste keer dat de legpenning wordt uitgereikt aan een groep. De vrijwilligers krijgen de waardering vanwege: "Het met tomeloze inzet en toewijding, op vrijwillige basis invulling geven aan zijn of haar rol binnen het "Huis van het Regiment". Tal van vrijwilligers hebben menig uur vrijgemaakt om het museum een kwalitatieve impuls te geven en het te krijgen waar het nu staat."